11-08-2014
Onze cliënt was in begin 2012 aangehouden voor het rijden onder invloed. Hij had zijn fout ingezien en zijn lesje geleerd. Sindsdien had hij geen druppel alcohol meer aangeraakt. Hij was eigenaar van enkele winkels die verspreid over Nederland liggen en daarom afhankelijk van zijn rijbewijs. Bij de strafrechter kwam hij er genadig vanaf met een geldboete en een voorwaardelijke rijontzegging.
Alcoholslot
Van het CBR kreeg hij een alcoholslot opgelegd. Van meet af aan blijkt het alcoholslot in zijn auto echter niet goed te werken. Zo gaf het apparaat vaak aan storing te hebben en sloeg het alcoholslot telkens – zonder dat hier een aanwijsbare reden voor was – op hol. Onze cliënt heeft hierover meerdere keren contact opgenomen met het CBR. Het CBR verwees hem telkens door naar Dräger. Dräger kon belanghebbende echter ook geen duidelijkheid verschaffen over het disfunctioneren van het alcoholslot en verwees hem weer door naar het uitleesstation. Hier werd vervolgens geconstateerd dat de handset van het slot defect was en vervangen diende te worden. Nadat de handset vervangen was bleven de problemen echter voortduren. Het alcoholslot werkte nog steeds niet naar behoren. Meerdere malen heeft onze cliënt hierover telefonisch contact opgenomen met het CBR, Dräger en het uitleesstation. Niemand kon of wilde hem echter verder helpen.
Onmogelijke foutieve testen
Vervolgens zouden er vier foutieve hertesten zijn geconstateerd. Eén op 13 juni 2013 en drie op 9 december 2013. Deze foutieve hertesten verbaasden hem zeer, daar hij überhaupt geen alcohol meer drinkt, laat staan tijdens het rijden. Van groot belang is bovendien dat na de eerste foutieve hertest op 13 juni 2013 binnen 1 à 2 minuten opnieuw geblazen moest worden en dat hij voor deze hertest is geslaagd. Dat gold eveneens voor de hertesten van 9 december 2013 om 15.16 uur en 19.32 uur. Hieruit volgt reeds dat er geen sprake kon zijn van alcoholconsumptie. Wat verder heel vreemd was dat die dag om 19.22 uur opeens 771 ug/l zou zijn geblazen en tien minuten later maar 174 ug/l. Dit is feitelijk gewoon niet mogelijk als de uitslag werd veroorzaakt door alcoholinname. Alcohol breekt immers helaas niet zo snel af. Voorts bevreemdde het dat naar aanleiding van de vermeende foutieve hertesten op 9 december 2013 nooit een oproep is gekomen voor een extra uitlezing, terwijl dit volgens de eigen regels van het CBR wel vereist is. Naar aanleiding van deze uiterst vreemde resultaten is verzocht om de bronbestanden van de uitlezingen te mogen inzien te laten controleren. Het CBR heeft echter te kennen gegeven dat de aangegeven reden voor de foutieve hertesten voor het CBR geen aanleiding vormt om de hertesten te herzien, waarna onze cliënt met onmiddellijke ingang uit het programma is gegooid omdat er sprake zou zijn van vier foutieve hertesten. Hij had op dat moment nog maar twee weken te gaan en zou dus helemaal opnieuw moeten beginnen met alle kosten en ongemakken van dien!
Technisch mankement
Naar onze mening kon het niet anders dan dat er sprake was van een technisch mankement. Het CBR weigerde dit echter in te zien en vond het zelfs niet nodig om het apparaat te laten nakijken. Ook niet toen wij het CBR erop wezen dat men zelf verzuimd had na de foute hertesten op 9 december een extra uitlezing te laten plaatsvinden. Wij praatten dus, zoals wij helaas wel vaker doen, tegen dovemansoren.
Spoedbeslissing
Gelukkig vonden wij de president van de rechtbank Arnhem, die wij om een spoedbeslissing hadden gevraagd, aan onze zijde. Deze rechter overwoog dat, mede gezien de overige door cliënt ervaren storingen, het CBR niet zonder nader onderzoek had mogen aannemen dat het apparaat juist had gewerkt. Daarom had de beslissing om hem uit het programma te gooien niet mogen worden genomen en werd deze teruggedraaid. Ook moest het CBR de advocaatkosten van onze cliënt vergoeden. Het loont dus soms wel degelijk om tegen het CBR in te gaan!
Een geanonimiseerde versie van de uitspraak kunt u hier nalezen >>